Verplichte AOV kost maximaal 195 euro

Ondernemers gaan maximaal 195 per maand betalen voor een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV). Dat staat in een wetsvoorstel.

Inzicht in verzekeringen

De KVK Verzekeringscheck helpt je je verzekeringen te kiezen

Doe de check

Het wetsvoorstel Basisverzekering arbeidsongeschiktheid zelfstandigen (BAZ) is 11 juni 2024 openbaar gemaakt. Tot 23 juli kun je reageren op dat voorstel in een zogenoemde consultatie. De precieze regels en het moment waarop de verplichte AOV in werking treedt, staan nog niet vast. In dit artikel staan de hoofdpunten van het voorstel.

AOV voor ondernemers

Met een AOV verzekeren ondernemers zich tegen inkomensverlies door ziekte of arbeidsongeschiktheid. Dat is nu niet verplicht. In het wetsvoorstel, dat nog kan worden aangepast, staat dat de verplichting geldt voor zelfstandigen die voor de inkomstenbelasting ondernemer zijn.

Veel zelfstandigen hebben geen AOV. Ze hebben meestal andere oplossingen om het financiële risico bij arbeidsongeschiktheid te verminderen.

Premie verplichte AOV

Je moet een AOV hebben als je voor de inkomstenbelasting winst uit je onderneming hebt. Voor meewerkende echtgenoten is een AOV niet verplicht. Onderneem je nog terwijl je een AOW-gerechtigde leeftijd hebt bereikt, dan hoef je geen premie te betalen. Maar dan heb je ook geen recht op een uitkering. Dat staat in het wetsvoorstel.

De jaarpremie is ongeveer 6,5 procent van de belastbare winst uit onderneming, met de MKB-winstvrijstelling en ondernemersaftrek daarbij opgeteld. Per maand betaalt de ondernemer maximaal zo'n 195 euro voor de AOV. Dat bedrag is gebaseerd op het minimumloon van 2024.

De premie betaal je aan de Belastingdienst. Dat bedrag is fiscaal aftrekbaar.

Voorbereid op verlies van inkomsten

De precieze regels en het moment waarop de verplichte AOV in werking treedt, staan nog niet vast. In de tussentijd kan jou wel iets overkomen waardoor je niet kunt werken. Bedenk daarom hoe jij je financiën regelt, wanneer je arbeidsongeschikt raakt.

Uitkering verplichte AOV

Het UWV begint na een jaar ziekte met het betalen van een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Die uitkering loopt maximaal door tot de AOW-leeftijd. Je hebt recht op een uitkering, als je door een ziekte niet meer in staat bent een bedrag te verdienen dat minimaal gelijk is aan het minimumloon. Over de uitkering betaal je belasting.

De hoogte van de uitkering is 70 procent van de belastbare winst voor arbeidsongeschiktheid. Dat bedrag is maximaal gelijk aan het minimumloon. Dit is anders dan bij werknemers. Daarbij wordt rekening gehouden met het laatst verdiende loon.

Opt-out verplichte AOV

Zelfstandigen die al een particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekering hebben, kunnen die blijven gebruiken. Ook ondernemers die de verplichte AOV onvoldoende vinden of die zich liever particulier verzekeren, kunnen gebruik maken van een zogenoemde 'opt-out'.

Die particuliere verzekering moet wel aan een aantal voorwaarden voldoen. Zo moet de premie minimaal gelijk zijn aan die van de verplichte AOV. Ook mag de hoogte van de uitkering bij arbeidsongeschiktheid niet lager zijn dan die van de verplichte AOV. De particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekering moet bovendien doorlopen tot de AOW-leeftijd.

Voor bestaande verzekeringen gaat een overgangsrecht gelden.