In een stichting kunnen onderstaande belangen van toepassing zijn. Je bepaalt - op basis van deze belangen - als organisatie zelf welke personen de UBO's zijn.
Wie hebben er een belang in je organisatie?
Deze mensen zijn begunstigden van het vermogen en kun je aanmerken als UBO's. Als je stichting maximaal 3 begunstigden heeft, zijn deze mensen allemaal UBO. Kijk ook voor welk percentage de UBO's begunstigde van het vermogen zijn:
- meer dan 25% en minder dan of gelijk aan 50%
- meer dan 50% en minder dan of gelijk aan 75%
- meer dan 75% en minder dan of gelijk aan 100%
Voorbeeld van een begunstigde van het vermogen
Stichting Help Y heeft geld ingezameld voor mevrouw Y om een operatie te ondergaan. In de doelomschrijving van de stichting is dit opgenomen. Mevrouw Y is de enige voor wie geld ingezameld wordt. Mevrouw Y is daarom begunstigde van het vermogen en dus ook UBO.
Deze mensen zijn stemgerechtigden en kun je aanmerken als UBO's. Kijk ook welk percentage van het stemrecht de UBO's hebben:
- meer dan 25% en minder dan of gelijk aan 50%
- meer dan 50% en minder dan of gelijk aan 75%
- meer dan 75% en minder dan of gelijk aan 100
Voorbeelden van stemrecht
Stichting Q heeft 3 bestuurders, elke bestuurder heeft 1 stem en dus 33,3% van de stemmen. Deze bestuurders mogen - op grond van de statuten - besluiten tot statutenwijziging. Alledrie de bestuurders zijn in dit voorbeeld UBO's.
Stichting K heeft 3 bestuurders: A, B en C. Bestuurder A mag 4 stemmen uitbrengen. Bestuurder B en C mogen allebei 1 stem uitbrengen. Bestuurder A is in dit voorbeeld een UBO, omdat hij stemrecht heeft voor 4 van de 6 stemmen (66,6%). B en C hebben allebei stemrecht voor maar 16% van de stemmen, en zijn in dit voorbeeld dus geen UBO.
Een stichting heeft 4 bestuurders, elke bestuurder heeft 1 stem. Elke bestuurder heeft stemrecht voor 25% van de stemmen. Geen van de bestuurders is in dit voorbeeld een UBO op basis van stemrecht, omdat ze geen van allen meer dan 25% stemrecht hebben.
Deze mensen zijn houders van feitelijke zeggenschap op basis van andere middelen, en kun je aanmerken als UBO's.
Voorbeeld van feitelijke zeggenschap
Donateur Z van belangenorganisatie G financiert de organisatie. Z heeft geen formele rol in de organisatie, maar vervult als externe betrokkene een rol. Z is hiermee in dit voorbeeld een UBO.
Deze mensen vallen in de categorie hoger leidinggevenden, en kun je op basis daarvan aanmerken als UBO's van de stichting. Dit zijn dus alle mensen die als statutair bestuurder van je organisatie in het Handelsregister ingeschreven staan. Je schrijft ze dan niet in op basis van een belang, maar omdat ze de functie van bestuurder hebben. Dit komt vaak voor bij stichtingen met een ANBI-status.
Kies dan van bovenaf voor het eerste belang dat van toepassing is.
Bekijk alle documenten die betrekking hebben op de STAK, zoals de statuten, de administratievoorwaarden en - als deze er is - de certificaathoudersovereenkomst. In deze documenten kunnen allerlei verschillende regelingen opgenomen zijn die je helpen om te bepalen wie de UBO's zijn. Beoordeel ook of er mensen zijn die zeggenschap hebben maar geen bestuurder zijn (feitelijke zeggenschap). Kom je er niet uit, vraag dan hulp van een juridisch specialist zoals een advocaat of notaris.
Wil je meer weten over waarom jouw stichting UBO's moet inschrijven?
We leggen je graag uit waarom alle stichtingen UBO's moeten inschrijven.
Verder met voorbereiden op de UBO-opgave?
Deze pagina maakt onderdeel uit van de voorbereiding op de UBO-opgave. Ga terug naar de beginpagina van de UBO-opgave om de voorbereiding opnieuw te starten.