Je Business de Baas

Transcriptie: Een plan zonder poen

In de 6-delige podcastserie 'Je Business de Baas' van KVK en YoungOnes volg je jongeren die bezig zijn met het opzetten van hun eigen bedrijf en de struggles waarmee zij dealen. In aflevering 4, 'Een plan zonder poen', bespreken Martijn Dolstra en Angele Magré hoe je financiering vindt voor je plan.

Luister naar de podcast

Transcriptie

De Wit: Johan de Wit

Dolstra: Martijn Dolstra

Magré: Angele Magré

Dolstra: “Wanneer we echt groot kunnen produceren, dan bij een supermarktketen of een groothandel aan te gaan kloppen van 'ja, dit is het product, kan het bij jullie in de schappen?', daar is dus echt meer voor nodig dan die veertigduizend euro.”

De Wit: “Hee! Leuk dat je luistert naar de podcast Je Business de Baas, powered by YoungOnes en KVK. In deze zesdelige serie volg je jongeren die bezig zijn met het opzetten van hun eigen bedrijf. Je hoort er niet over de zoetsappige successen, maar juist over de struggles waarmee ze dealen, zoals marketingacties die niets opleveren, leveranciers die de hoofdprijs vragen, of onverwacht een blauwe envelop die op de mat valt. Ondernemen is soms keihard op je bek gaan. Leer van de lessen van deze ondernemers en van de adviezen van de KvK-adviseurs. Zo ben jij straks jouw business de baas. Mijn naam is Johan de Wit en vandaag praat ik met Martijn Dolstra, 24 jaar, student en oprichter van Wijnijsjes. Martijn, welkom.”

Dolstra: “Dank je wel.”

De Wit: “Vandaag heb je een hulplijn van de Kamer van Koophandel, financieringsadviseur Angèle Magré. Welkom, Angèle.”

Magré: “Dank je wel.”

De Wit: “Laten we beginnen bij jou, Martijn. Je bent dus bezig met het opzetten van je eigen business. Hoe ben je zo op dat idee gekomen?”

Dolstra: “Dat klopt. Ik heb het samen met Sam opgericht, Sam van Rossum, en hij is met het idee gekomen. Tijdens een studieopdracht moest hij een businessplan schrijven over een bepaald product, en toen kwam hij op het idee van nou, waarom zijn er eigenlijk geen wijnijsjes? Het klinkt heel lekker. Iedereen houdt van wijn, en iedereen houdt van ijsjes. Dus waarom niet combineren? En toen is hij daar met z'n studie is mee bezig geweest en daarna heeft hij tegen de rest gezegd: van ik ga hiermee verder. En toen heeft hij mij gevraagd, want hij wist dat ik altijd wel in was voor ondernemen. En toen zijn we samen verdergegaan, en nu zijn we bezig met de productie.”

De Wit: “Ja, super gaaf. Dus van idee naar productie in ieder geval. Vandaag gaan we het hebben over het financiering gedeelte daarvan, want dat is ook een fase waar je nu inzit. Maar het is dus ontstaan uit een studentenopdracht, en jij deed niet dezelfde studie als wie nu je compagnon is, zou je kunnen noemen.”

Dolstra: “Dat klopt, ja, ja. Hij studeert bedrijfskunde, ik studeer rechten. Twee verschillende dingen. Ik vind de combinatie van rechten en ondernemen altijd wel leuk, maar het is lastig met elkaar te combineren. Dus dan maar rechten studeren en een bedrijf oprichten.”

De Wit: “En hoe bevalt dat?”

Dolstra: “Ja, het is soms wel lastig te combineren. Ik ben nu bezig met afstuderen en dat is vrij tijdrovend, en nu staat dat ondernemen een beetje op een iets lager pitje. En dan straks als ik klaar ben met het afstuderen, dan ga ik weer verder met Wijnijsjes. En tot die tijd is het vooral goed plannen. Wekelijks zitten we samen om een aantal uren te bespreken wat onze volgende stappen zijn. Zo proberen we wel verder te komen.”

De Wit: “En één van die volgende stappen, dat is ook het financieren van het product, hè? Want op het moment dat je zo'n idee hebt en je wilt de productie gaan opstarten, dan heb je geld nodig. Heb je al voldoende geld om dat proces op gang te brengen?”

Dolstra: “Nee, met een fabriek hebben we nu een productenlijst, of een ingrediëntenlijst, en dus kan de productie beginnen. Alleen daarvoor hebben we geld nodig. We hebben nu zelf wat geld in het bedrijf gestopt, alleen voor de eerste badge hebben veertig- à vijftigduizend euro nodig, dus voor de productie, maar ook voor marketing.”

De Wit: “Ja en dat is nu de volgende stap voor jullie. Dus het recept is klaar, het zonnetje komt er weer een beetje aan. De terrassen gaan langzamerhand allemaal weer open, dus het is ook echt hét moment om het product te lanceren. Maar nu dus het bedrag zien op te halen. Daarvoor zou ik de hulplijn voor vandaag willen inschakelen, Kamer van Koophandel adviseur Angèle Magré. Ja, nogmaals, welkom. Je hoort het, Martijn heeft een gaaf idee, ze hebben zelfs al een recept. Maar ja, nu het geld nog, waar zou hij kunnen beginnen?”

Magré: “Ten eerste Martijn, ontzettend gaaf idee. Ik hou niet van wijn, dus aan mij heb je niks. Maar ik ben er om jou verder te helpen met de financiering. Want je hebt nu geld ingebracht van family, friends en fools om het zo maar even te zeggen, voor de eerste opzet, begrijp ik?”

De Wit: “Ja klopt, ja voor het maken van de ingrediëntenlijst en voor het contact met de fabriek. Ja.”

Magré: “Oké. Het draait allemaal om planning en dat maakt het met financiering ook heel lastig. Ik hoor wel dat jullie één keer per week een paar uur bij elkaar zitten, hou dat vol, want dat is heel erg belangrijk. En zorg ook voor een netwerk om je heen. Want voor financiers heb je een aantal keuzes die je kan maken voor financiering. De veertig- vijftigduizend euro die jij nodig hebt, en dat klinkt heel vervelend, dat is voor een reguliere bank eigenlijk een te klein bedrag, en dat betekent dat zij zeggen: ja, weet je, de handelingskosten die wij moeten maken voor dit soort bedragen, dat is voor ons niet meer interessant. Vandaar dat zij vanuit de overheid.... Voor ondersteuning van de banken is er een stichting het leven geroepen. Dat is de stichting Qredits, met een Q. En die nemen alle financieringsaanvragen onder anderhalve ton over. En het voordeel van Qredits is dat zij ook nog een coach daarbij hebben. Dus als jullie beginnen, zit er altijd een bedrijfscoach naast die jullie kan steunen om jullie financieringsaanvraag, maar ook je ondernemingsplan, compleet te krijgen. Maar, en dat is een beetje het lastig van het hele verhaal, daar gaat tijd overheen. Dus welke financieringsaanvraag je ook gaat doen, want ik kom straks nog wel bij meerdere, hou rekening met twee à drie maanden. Dus vandaar, als ik ondernemers spreek, dan zeggen ze: ja, de financiering is voor ons een sluitpost. Maar een financiering is voor mij juist een vertrekpunt. En dat moet je meenemen bij het complete plan, want daar gaat wat tijd overheen voordat de financiering, of een financierder, of een investeerder, jullie geld zal kunnen gaan lenen. Dus dat is iets waar je wel even rekening mee moet houden. Dus belangrijk is: waar heb je die financiering voor nodig ? Voor werkkapitaal, voor marketing? Dus voor je concept uit te breiden. Maar ook: hoe ga je terugbetalen en op welke termijn heb je het nodig? Dat zijn allemaal dingen waar je goed over na moet denken.”

De Wit: “Ja, als hij nu inderdaad een verpletterende indruk wil maken bij de investeerders, bijvoorbeeld bij Qredits, waar moet hij dan mee komen? Welk verhaal moet Martijn gaan vertellen?”

Magré: “Martijn moet vooral zijn eigen verhaal vertellen, en dan Sam's verhaal er ook bij. Want het gaat namelijk om authenticiteit van ondernemers, het geloof van ondernemers. Elke financierder, elke investeerder, elke geldverstrekker gaat aan de slag met ondernemers. De ondernemer kan het bedrijf maken en breken, dus jullie overtuiging als ondernemers zijnde, jullie geloof in het product, jullie hele marketingstrategie, maar ook, met een duur woord, je return investments. Dus wat ga jij terugbetalen? Hoe snel gaat het geld opleveren? Dat is een belangrijk verhaal. Jullie zijn studenten, jullie hebben nog geen onderneming gehad. Maar Sam doet bedrijfseconomie, dus hij heeft wel heel veel onderwijs en opleiding op het gebied van bedrijfseconomische structuren, dus dat is heel fijn. Jij hebt recht, jij kan de juridische kant doen. Wat belangrijk is, is dat jullie moeten gaan nadenken om een commercieel iemand erbij te betrekken. Ik heb heel veel ondernemers gezien die een prachtig product hadden, een heel mooi concept, maar niet de buitenwereld konden bereiken. Dus denk erover na, dat is voor een financierder ook belangrijk. Hoe wordt het vermarkt? Dus daar moet je even goed over na gaan denken. En dat tezamen maakt natuurlijk een prachtig concept, waar vooral het enthousiasme en een goed onderbouwd ondernemingsplan met een marketingstrategie, wat eigenlijk de onderbouwing is voor de cijfers, om dat goed over de bühne te krijgen. Dus jullie verhaal, jullie passie, een goed doordacht ondernemersplan, maar ook: wanneer ga ik het terugbetalen? Want het moet wel rendement opleveren. En het is natuurlijk heel seizoengevoelig wat jullie doen, dus denk ook na over, als het straks winter is: hoe kan ik dan toch ons concept, ons ingrediëntenreceptuur gebruiken? Dus ga praten met andere leveranciers, dat jullie nieuwe smaak gaan brengen, bakken ijs met glühwein. Dus dat is veel meer vertrouwen vanuit de financier, om te kijken hoe jij een strategie kan inzetten die echt een lange termijn kan beslaan.”

De Wit: “Ja. Heel duidelijk. Ik zie aanknopingspunten voor jou om het geld toch te gaan ophalen. Je hebt een beetje houvast over waar je naar moet gaan kijken. Stel, we gaan even twee, drie maanden de toekomst in en het geld staat op de rekening, wat ga je er mee doen?”

Dolstra: “Om te beginnen, de eerste badge produceren. En wanneer we die eerste investering binnen hebben, van die veertig- vijftigduizend euro, daar kunnen we dan een x aantal ijsjes mee maken en verkopen. Als dat goed gaat, dan kunnen we het ook aan andere nieuwe investeerders laten zien, aan wie we een groter geldbedrag kunnen vragen of aan wie we een grotere opdracht kunnen vragen. Het werkt, mensen willen het kopen en dat geeft een investeerder ook vertrouwen. Natuurlijk, we zijn op zoek naar geld, maar ook wel naar kennis. En wat mevrouw net ook al zei, je kan geld in huis hebben, maar die kennis, die... Juridisch en bedrijfseconomisch hebben we wel kennis in huis, maar die andere kennis kunnen we dan met een investeerder ook in huis halen.”

De Wit: “Ja.”

Magré: “Mag ik daarop inhaken?”

Dolstra: “Graag.”

Magré: “Hartstikke goed wat je zegt, want op het moment dat jullie kunnen laten zien dat jullie geld hebben opgehaald, dat het producten, de lijn, is uitgezet, dan heb je ook een track record om te zeggen tegen een volgende investeerder, of naar bijvoorbeeld crowdfundingplatform: hé, kijk, dit is al gelukt, het vertrouwen is er. Dus marketingtechnisch is er een heel sterk instrument om je volgende batch op te halen. Als jij een investeerder aan boord gaat halen die een netwerk meebrengt, en kennis en geld, dat zou helemaal geweldig zijn. Maar hou er wel rekening mee dat zo'n investeerder investeert met z'n eigen kapitaal, dus dat je een huwelijk aangaat met een investeerder waar zeker een echtscheiding uit gaat komen. Want over een aantal jaar zou hij zijn aandelen willen verkopen of z'n lening terug willen hebben en stoppen met jullie samenwerking. Dus daar moet je rekening mee houden.”

De Wit: “Ik zou zo graag nog wat meer willen horen over die verschillende financieringsvormen, want ik hoor er al tussen de regels een aantal voorbijkomen. Maar Martijn, eerst voor jou. Hoe ver ben je al met met dat plan? Want Angèle geeft een aantal zaken aan die je moet weten, de terugverdientijd, wat ga je precies met het geld doen? Welk percentage gaat naar marketing? Welk percentage gaat naar productie? Hoe scherp heb je dat al op het vizier staan?”

Dolstra: “Op het moment is veertigduizend echt voor de productie, en die overige tienduizend hebben we voor marketing, want je kan tegenwoordig vrij makkelijk naamsbekendheid opbouwen door middel van Instagram, daar zijn de kosten relatief laag om daar te adverteren, en de marketingplannen zijn we ook al aan het schrijven. Die is bijna klaar. Dus we hebben voor de komende tijd al wel posts klaarstaan hoe wij het naar buiten gaan brengen. Maar het is dus echt voor die eerste badge, voor de fabriek, dat geld.”

De Wit: “En heb je ook al een tijdlijn, een soort roadmap, waarop staat hoelang die productie gaat duren zodra je het geld binnen hebt? Hoelang het gaat duren, voordat je het ook echt in de schappen hebt liggen?”

Dolstra: “Ja, voor het in de schappen is, in de winkels, is nog weer een ander verhaal. We beginnen met de verkoop via de webshop, maar we zouden, als morgen het geld op de rekening staat, dan kunnen we het binnen anderhalf à twee maanden launchen op de site, en dan kunnen we het verkopen. En ik denk dat dat voor de eerste tijd ons voornamelijk doel is, om het via de website te verkopen en dan daarna, wanneer we echt groter kunnen produceren, bij een supermarktketen of een groothandel aan te gaan kloppen, van dit is het product, kan dat bij jullie in de schappen? Maar daar is dus echt meer voor nodig dan die veertigduizend euro.”

De Wit: “Begrijpelijk. Angèle gaf net al aan dat er verschillende financieringsvormen zijn, een lening of een investering. Heb je jezelf al verdiept in wat de verschillen zijn, wat de mogelijkheden zijn en waar jullie voorkeur ligt?”

Dolstra: “Onze voorkeur ligt bij een zogenaamde angel investor, dat is iemand die echt vroeg in het bedrijf stapt en die ook wel kennis wil delen, en die het leuk vindt om ermee aan de slag te gaan, om ons aan de hand te nemen in het hele avontuur, om zo het bedrijf te laten groeien.”

De Wit: “Angèle, een angel investor dus? Goed idee voor Martijn?”

Magré: “Ja, dat is mijn naam, hè. Sowieso is het goed, want je kan natuurlijk bij het business angel netwerk kijken. Dat is een netwerk van informal investors. Ik denk een heel goed idee, alleen de rechtsvorm is nog geen bv. Een angel wil vaak toch aandelen, waardoor hij ook een soort bevoegdheid heeft binnen het bedrijf. Dus hij heeft echt een vinger in de pap. Dat moet je als ondernemer ook willen. Dus daar moet jullie goed over nadenken, Martijn en Sam samen, wil je dat? En als het geen bv is dan zal die een converteerbare lening willen hebben, waarbij dus echt rente terugbetaald moet gaan worden. Maar dan wil hij ook onderdeel van het bedrijf zijn. Dus hij brengt kennis in, een netwerk, en geld. Maar daar staat natuurlijk wel wat tegenover, wat ik ook al zei. Op een gegeven moment zal zo'n investeerder eruit willen, want die wil z'n geld weer in een ander bedrijf zetten. Dus een hele mooie keuze om te starten. Maar het kan ook een combinatie zijn. Dus het kan een deel zijn, dat noemen we stapelfinanciering. Als iemand investeert dan heb je al snel dat een andere investeerder ook over de vloer komt. Dus dan zal bijvoorbeeld Qredits zeggen: oh wat leuk, er is al vertrouwen, wij doen nog mee voor een deel. Dus dat je een soort stapelfinanciering krijgt van kredietverstrekkers. Dat is voor jullie ook nog een mogelijkheid, dat je niet het hele bedrag bij één krijgt, maar zegt van nou, ik heb een deel bij een informal investor, ik heb een deel bij bijvoorbeeld een bank of Qredits, en het laatste deel doe ik straks via crowdfunding. Het is voor meerdere partijen, voor jullie, heel fijn, maar ook voor meerdere partij om te zien van hé, dat vertrouwen is er, het plan is blijkbaar zo goed, dan willen wij meedoen. Dus daar trek je makkelijker andere bedrijven of andere kredietverstrekkers over de streep mee.”

De Wit: “Ja, je hebt het ook over een converteerbare lening, iets wat natuurlijk vooral bij startups veel gebruikt wordt. Kun je daar wat meer over vertellen?”

Magré: “Dat is een lening vanuit een informal investor, die zegt van ja, ik wil daar wel wat mee. En het rentepercentage kon soms wel wat hoger zijn bij een bank. Maar ik moet eerlijk zeggen: in deze coronatijd, in de crisistijd, hebben zowel de banken als Qredits hele schappelijke percentages. En nog een tip voor jou, Martijn, probeer wel vooruit te kijken. Dus als je volgende financieringsbadge er aankomt, probeer dan je ondernemingsplan daar al op de toekomstvizier te gaan zetten, waardoor je wat sneller kan gaan schakelen.”

Dolstra: “Ja, dan is het sowieso wel een goede om , want we zijn nu nog een vof, om dan over te stappen naar een bv. En dan voor die eerste badge die vof aan te houden en dan wanneer die eerste badge beetje klaar is, en we kunnen aantonen dat het werkt, om dan weer bijvoorbeeld bij Qredits of andere investeerders aan te trekken, om dan over te stappen naar een bv, omdat het makkelijker is om dan vermogen aan te trekken om aandelen uit te geven.”

Magré: “Je kan dan aandelen uitgeven, en ik denk als die tweede batch er is, dat jullie risico's ook wat groter worden, waarbij de aansprakelijkheid wat groter is. Dus dan is het praktisch om te kijken of je de rechtsvorm gaat wijzigen. Een rechtsvorm is nooit statisch, die kun je altijd aanpassen, afhankelijk van de groei van je bedrijf. En de ondernemerskant die is ook niet ook niet statisch, want die groeit ook met je mee. Dus dat maak je niet om op de plank te leggen, maar echt om daar ook toekomstbestendig mee te gaan ondernemen. Dus hartstikke goed bedacht, ja, zeker. En daar zijn wij ook voor hè? Als je ons nodig hebt, ook voor die groei, kom gerust bij ons...”

De Wit: “Deze uitnodiging is geaccepteerd, zie ik aan je blik. Fijn. Dank je wel, Angèle, wederom. Dat betekent dus dat je nog even naar de tekentafel moet om je plan verder te finetunen, om ook je verhaal op te stellen en na gaan denken over je rechtsvorm, over de mogelijke financieringsvormen. Nou, daar heb je net denk ik veel over kunnen horen. Stel, je krijgt de financiering niet rond, wat ga je dan doen? Gaan jullie door? Of...?”

Dolstra: “Ja, zeker. Wij geloven allebei echt in het bedrijf en we vinden het ook leuk om er mee bezig te zijn. En ja, dan moeten we kijken naar crowdfunding bijvoorbeeld om zo vrienden, familie en kennissen, dat zij dat ook delen, om zo toch op die manier de eerste batch te kunnen betalen, en dan aan anderen te laten zien: het werkt wel, en nu kunnen jullie alsnog investeren voor de tweede ronde.”

De Wit: “Ja, als ik het zo hoor: je accepteert geen nee, hè? Het gaat gewoon lukken.”

Dolstra: “Ja, zeker.”

De Wit: “Dat is een echte ondernemer. Ja, leuk, heel gaaf. Hé en je bent natuurlijk naast student en medeoprichter van Wijnijsjes ook flexwerker. Heb je ook nog in gedachten dat je misschien voor YoungOnes, waar je voor werkt, of waar je via werkt, daar ook regelmatig nog flexklussen kan oppakken? Geeft dat je nog een bepaald soort vangnet of ga je nu echt helemaal voor dit?”

Dolstra: “Totdat het bedrijf goed loopt zijn er wel inkomsten nodig voor mezelf. En dan is YoungOnes wel een goed platform om klussen te accepteren. Ja. Want het is heel fijn dat je dan, als je een weekje niks te doen hebt, de app kan openen en kijken of er klussen open staan. En dan is het aan mij om te kijken of om te reageren. En dan kan ik zelf bepalen: wil ik dit bedrag? Wil ik voor een hoger bedrag per uur werken? Dus dat geeft je wel wat meer zekerheid, ook binnen het ondernemen. En als je wat extra maanden nodig hebt, heb je dus in die zin wat meer ruimte om te ondernemen.”

De Wit: “Gaaf. Ik wil het ook nog even hebben met je over ondernemerschap, want je combineert nu je studie met het ondernemerschap. Wat is tot nu toe binnen het ondernemerschap echt je grootste struggle geweest?”

Dolstra: “Ja, ik denk dat het combineren wel lastig is. Want je moet natuurlijk genoeg tijd overhouden voor je studie, en dat wil soms... Omdat het ondernemen toch leuker en aantrekkelijker is dan studeren moet je goed plannen. Een dag afspreken met elkaar, nu gaan we het even over het bedrijf hebben en de rest van de week echt in de studie investeren. Maar we zijn nog niet zo ver in het bedrijf, dat ik echt tijd tekort komt voor de studie. En de echte struggles zijn er ook nog niet, denk ik. Die komen pas straks, wanneer het bedrijf gaat groeien.”

De Wit: “Maar wat als je straks afgestudeerd bent? Ga je je hier dan ook daadwerkelijk fulltime oprichten? Of hoe ziet dat er voor jezelf uit? Dat plaatje?”

Dolstra: “Nee, ik ben nu aan het afstuderen, en wanneer ik klaar ben, dan ga ik nog een pre-master en een master volgen. Dus ik ben sowieso nog twee jaar aan het studeren. Maar er zit wel een rek in. Het bedrijf vergt meer tijd, dus dat ik dan over mijn pre-master twee jaar zal gaan doen in plaats van één jaar, zodat ik wat meer kan spreiden, dat ik meer tijd in het bedrijf ga steken.”

De Wit: “En hoe ziet jouw rol er zelf uit? Want je geeft aan: ik heb die juridische achtergrond. Wat zijn dan de zaken waar jij nu op dit moment mee bezig bent, los van financieringsgedeelte?”

Dolstra: “De vormgeving, dus het opzetten van een marketingplan, daarin vullen Sam en ik elkaar goed aan. Ik ben wat impulsiever en Sam kan mij daar goed in remmen. Die zegt dan: 'Even rustig. We gaan eerst even goed bekijken hoe we dit gaan doen, en als alles op papier staat, dan gaan we het uitrollen.'.”

De Wit: “Ja, dus jullie houden elkaar daar in balans?”

Dolstra: “Ja, we vullen elkaar goed aan. Ja, zeker.”

De Wit: “All right. Nog even terug naar Angèle. Angèle, als je dit verhaal nu zo gehoord hebt, wat zou iets kunnen zijn waar Martijn vandaag nog mee kan starten?”

Magré: “Ik denk waar Martijn vandaag nog mee kan starten is toch heel even terug naar de tekentafel. Goed je financiële begroting op orde krijgen, maar vooral jullie enthousiasme en je pitch, want dat is waar het om gaat. Weet je, als ik ondernemers spreek, en dat is nu even wat lastiger als dat allemaal online gaat... Normaal zie ik ondernemers in de ogen... En ik weet dat investeerders kijken: wie is die ondernemer? Wat voor kansen biedt het? Wat is zijn terugbetalingstermijn? Wat wil hij? Maar vooral die twinkeling in je ogen, die passie van joh, dit gaat ons lukken, is het niet linksom dan is het rechtsom. Zoals jij zegt hè, van ik krijg het niet voor elkaar, dan ga ik toch naar een andere manier kijken. Ik zou ook in de keten kijken, naar leveranciers, of die willen investeren. Ik hoop dat je de receptuur hebt vastgelegd trouwens. Bij het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom, want dat is wel belangrijk.”

Dolstra: “Oh. Nee, dat niet.”

Magré: “Oké nou, dat is nog even een tip van deze kant. Leg je receptuur vast, en verspreid het. Ik spreek veel ondernemers die zeggen: ik heb iets prachtigs, maar ik wil het niet delen, Ik hou het voor mij. Dat is prachtig, dat moet je vooral willen. Maar dan moet je niet raar kijken als de buitenwereld jou niet kent en dat je nergens een bekendheid krijgt. Dus spread the word, zeg wat je gaat doen. Wees enthousiast en zeven keer gehoord, zeven keer gelezen, zeven keer geproefd. Marketingtechnisch kom je dan ergens, dus dan zullen investeerders al met je meegaan. Dan zeggen ze: joh, heb jij al van die Wijnijsjes gehoord? Dat is wat er moet komen bij ondernemerschap.”

Dolstra: “Ja, oké. Bedankt.”

De Wit: “Ik zie al aan Martijn dat hij hier blij van wordt, dus volgens mij gaat het goed komen, leuk. Dank je wel, Angèle, voor deze waardevolle tips op gebied van financiering, maar ook hoe hij er voor kan zorgen dat hij dat geld op de rekening krijgt en echt door kan gaan met het ondernemen. Dus bedankt daarvoor. Super.”

Magré: “Heel graag gedaan.”

De Wit: “Yes. En Martijn, jij ook bedankt voor het delen van je verhaal. Ja, wij kunnen natuurlijk met z'n allen niet wachten tot het geld op jouw rekening staat en de eerste productie gedaan is. Want dan gaan we natuurlijk allemaal massaal aan de Wijnijsjes. Super gaaf concept, en we houden het natuurlijk met veel belangstelling in de gaten. En ook heel veel succes met het ondernemende gedeelte daarin. Veel succes!”

Dolstra: “Ja, bedankt.”

De Wit: “Wil je meer weten over het starten van een eigen bedrijf? Beluister de andere aflevering in deze serie en kijk in de beschrijving van deze aflevering voor de link naar de website van de KvK, waar je veel informatie vindt over het starten van jouw business. In de volgende aflevering hoor je Amélie Petersburg over haar ervaring als startende ondernemer. Ze schreef zich in bij de Kamer van Koophandel, maar bij haar eerste factuur en belastingaangifte liep ze vast. Het thema: hoe werkt het eigenlijk met alle regels voor ondernemers? Tot volgende week! Ciao!”