Moeilijke woorden die je tegenkomt als je voor jezelf begint
- Gerdine Annaars
- De basis
- Bijgewerkt 20 september 2024
- 10 min
- Starten
Als je voor jezelf begint, loop je misschien tegen lastige woorden aan. In deze begrippenlijst vind je de betekenis van woorden als verdienmodel, aansprakelijkheid, exploitatiekosten, marge en rechtsvorm.
KVK Start een eigen bedrijf
Tijdens dit online event op 3 december krijg je stap voor stap alle informatie om je bedrijf succesvol te starten.
Van de schuingeschreven woorden vind je ook een uitleg in deze lijst.
A
Aandeel | Een stukje van een bedrijf, bijvoorbeeld van een besloten vennootschap (bv). |
Aansprakelijkheid (hoofdelijk) | Als je schulden of schade hebt gemaakt met je bedrijf, moet jij hiervoor betalen. |
Accijns | Belasting op producten zoals alcohol en tabak, om te zorgen dat mensen ze niet zo snel kopen. |
Accountant | Doet bedrijfsadministratie en belastingaangifte. Beschermde titel. Iemand mag zich pas accountant noemen na het volgen van een officiële opleiding. |
Acquisitie | Klanten vinden. Opdrachten binnenhalen. |
Afschrijving | De kosten van een bedrijfsmiddel verwerken in de boekhouding. Deze kosten verdeel je over de jaren dat je het bedrijfsmiddel gebruikt. |
Aftrekpost | Uitgaven die je mag aftrekken van de belasting. Het bedrag waarover je belasting moet betalen wordt hierdoor lager. |
Ambulante handel | Verkoop via bijvoorbeeld een marktkraam of verkoopwagen (foodtruck). |
Arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) | Verzekert (een deel van) je inkomen als je geen geld kunt verdienen omdat je ziek bent of een ongeluk hebt gehad. |
Arbeidsrelatie | Officieel contract bij een bedrijf of organisatie. |
B
Bedrijfs- of beroeps aansprakelijkheidsverzekering | Verzekert de kosten voor schade die je maakt tijdens je werk als ondernemer. |
Bedrijfsactiviteit | Producten of diensten van een bedrijf. |
Bedrijfsadministratie | Alle financiële gegevens van een bedrijf op een rij zetten en bewaren. Ook wel boekhouding genoemd. |
Bedrijfskosten | Geld dat je uitgeeft voor je bedrijf. |
Bedrijfsmiddelen | Spullen die je nodig hebt om een product te maken of een dienst te verlenen. Bijvoorbeeld een computer, machine of auto. |
Bedrijfsovername | Een bedrijf kopen van iemand. |
Begroting | Alle inkomsten en uitgaven op een rij. Van je bedrijf of privé. |
Belastingaangifte | Online belastingformulier waarop je je financiële gegevens invult. Zo berekent de Belastingdienst de belastingaanslag. |
Belastingaanslag | Bericht van de Belastingdienst waarin staat hoeveel geld je van hen krijgt of aan hen moet betalen. |
Besloten vennootschap (bv) | Rechtspersoon. Richt je alleen of met anderen op via een notaris. |
Bestemmingsplan | Hierin staat waar je wat mag bouwen van de gemeente én waarvoor je een gebouw mag gebruiken, zoals detailhandel, woning of horeca. |
Beurs | Evenement waar bedrijven laten zien wat ze verkopen. |
Bevoegdheid | Officieel het recht hebben iets te doen, bijvoorbeeld voor je bedrijf. |
Boekhouding | Alle geldzaken van een bedrijf op een rij zetten en bewaren. Ook wel bedrijfsadministratie genoemd. |
Boekhouder | Doet bedrijfsadministratie en belastingaangifte. Geen beschermde titel, zoals accountant. |
Branche | Groep bedrijven die ongeveer hetzelfde doen. Alle hotels, cafés en restaurants horen bijvoorbeeld bij de horecabranche. |
Branchevereniging | Bedrijven uit dezelfde branche die samenwerken. Een branchevereniging komt op voor bedrijven uit diezelfde branche. |
Brutowinst | Omzet min inkoopkosten. |
Btw (omzetbelasting) | Je betaalt een deel van het geld dat klanten jou betalen aan de Belastingdienst. Dit noem je belasting toegevoegde waarde (btw). |
Btw-identificatienummer | Nummer dat je krijgt van de Belastingdienst en gebruikt voor je contacten met klanten en leveranciers. |
Budget | Bedrag dat je kunt uitgeven. |
Buffer | Reserve/spaargeld om tegenslagen meteen op te vangen of in de toekomst grotere uitgaven te doen. |
Businessmodel | Hoe je geld verdient met je bedrijf. Bijvoorbeeld verkoop, verhuur, servicecontract of abonnement. |
C
Call to action | Iemand oproepen iets te doen, bijvoorbeeld online iets kopen. |
Cash flow | Overzicht van geld dat binnenkomt bij je bedrijf en eruitgaat. |
Concept | Idee, ontwerp, plan of tijdelijk ontwerp. |
Concurrenten | Bedrijven die hetzelfde doen of verkopen als jij. |
Concurrentiebeding | Verbod om als ondernemer hetzelfde te doen of in dezelfde regio te werken als bij je (vroegere) werkgever. |
Consument | Klant. Een persoon, geen bedrijf of organisatie. |
Crowdfunding | Grote groep mensen geeft of leent je geld voor je plan. |
D
Declarabele uren |
Uren die je werkt en direct kunt doorberekenen aan je klant. Dus niet de uren dat je werkt aan je boekhouding bijvoorbeeld |
Detailhandel | Winkel met producten. In een pand of op internet. |
Doelgroep | Een groep mensen, bedrijven of organisaties waar jij je op richt met je marketing. |
Domeinnaam | Internetadres van je website. |
E
Eenmanszaak | Een rechtsvorm. Bedrijf met één eigenaar. Je kunt wel personeel hebben. |
Exploitatiekosten | Kosten die je maakt om een bedrijf te laten werken. Zoals huur en verzekeringen. |
F
Factuur | Officiële rekening aan een klant. |
Failliet | Als een bedrijf meer schulden heeft dan geld en daarom moet stoppen. |
Financieel | Dat wat met geld te maken heeft. |
Financiering | Geld voor je bedrijf, bijvoorbeeld een lening van de bank. |
Franchisegever | Eigenaar van een bedrijf. Tegen betaling kun je diens concept, handelsnaam en merk gebruiken. |
Franchisenemer | Gebruikt tegen betaling een bestaand concept, handelsnaam en merk. Voor bijvoorbeeld een winkel of restaurant. Je sluit een contract af met de franchisegever. |
Freelancer | Ondernemer die losse opdrachten doet. Ook wel zzp'er genoemd. |
H
Handelsnaam | Naam van een bedrijf, zoals ingeschreven bij KVK. |
Handelsregister | Lijst van alle bedrijven in Nederland. Iedereen kan deze lijst bekijken op KVK.nl. |
I
Inkomstenbelasting | Belasting die je betaalt over je winst (bij eenmanszaak en vof). |
Inkoopwaarde | Inkoopprijs van alle producten die je hebt verkocht. |
Innovatie | Nieuw idee of product om iets slimmer, beter of sneller te doen. |
Intentieverklaring | Document waarop iemand schrijft wat die van plan is te doen. Bijvoorbeeld een bedrijfsruimte aan je verhuren. |
Investeren | Geld in een bedrijf stoppen zodat het kan groeien. |
J
Juridisch | Volgens de wet. |
K
Kapitaal | Geld en spullen van een bedrijf. |
Koopgedrag | Hoe mensen, bedrijven of organisaties kopen. Bijvoorbeeld via internet. |
Kostprijs | Alles wat je moet betalen voordat je je product of dienst verkoopt. Zoals inkoop, vervoer, websitekosten en verzekeringen (zonder btw). |
Krediet/bedrijfskrediet | Lening voor een bedrijf. |
L
Leverancier | Bedrijf dat spullen aan je levert. |
Leverings- en betalingsvoorwaarden (algemene voorwaarden) | Afspraken tussen je bedrijf en je klant over het betalen en leveren van je producten |
Liquiditeit | Onderdeel van je begroting waarop je kunt zien of je genoeg geld hebt in je bedrijf om alle rekeningen te betalen. |
Logo | Herkenbaar plaatje dat bij je merk/bedrijf hoort. |
Loondienst | Werken voor een baas. Je hebt een arbeidscontract. |
M
Marge | Verschil tussen verkoopprijs en kostprijs. |
Marketing | Manier om te zorgen dat mensen je product of dienst willen kopen. Reclame maken. |
Marktonderzoek | Onderzoeken of er vraag is naar een product of dienst. |
Merk/merknaam | Naam van je bedrijf, product of dienst. |
N
Natuurlijk persoon | Mens van vlees en bloed. |
Nevenwerkzaamheden | Dingen die je doet naast je baan, bedrijf, studie of uitkering. |
Nettowinst | Het geld dat je overhoudt na alle kosten: omzet min inkoopwaarde en bedrijfskosten. |
Niche | Klein deel. Kersen verkopen is bijvoorbeeld een niche van groente en fruit verkopen. |
O
Offerte | Officiële prijsopgave aan je klant. Hierop staat hoeveel je product of dienst kost. |
Omzet | Al het geld dat je krijgt voor het verkopen van je product of dienst. |
Omzetbelastingnummer | Nummer dat je krijgt van de Belastingdienst en gebruikt voor je contacten met de Belastingdienst. |
Ondernemersrisico | Risico’s waartegen je je niet kunt verzekeren. Bijvoorbeeld dat je je voorraad niet verkoopt of dat je geen opdrachtgever kunt vinden. Deze risico’s heb je niet als je in loondienst bent. |
Ondernemerscriteria | Regels van KVK en Belastingdienst om te weten of je je moet aanmelden als ondernemer. |
Ondernemersvereniging | Groep bedrijven (bijvoorbeeld in een winkelstraat) die samenwerken. |
Onderneming | Bedrijf. |
Ondernemingsplan (bedrijfsplan) | Uitwerking van je idee. Vaak vullen ondernemers een standaard voorbeeldplan in. |
Onderpand | Als je een lening afsluit, geef je iets van waarde als onderpand. Als je de lening niet kunt terugbetalen, kan de bank het onderpand verkopen. |
Online platform/marktplaats | Plek op internet waar vraag en aanbod bij elkaar komen. |
Opdrachtgever | Geeft opdracht aan ondernemer. Geen werkgever. |
Opdrachtnemer | Neemt werk aan als ondernemer. |
P
Particulier | Burger. Een persoon, geen bedrijf of organisatie. |
Parttime ondernemen | Deeltijd bedrijf. Bijvoorbeeld naast je baan, studie of uitkering. |
Pitch | Korte presentatie van jezelf, je product of dienst of je bedrijf. |
Pop-upstore | Tijdelijke winkel. Een manier om te onderzoeken wat klanten van je idee vinden. |
Promotie | Reclame maken. |
R
Rechtsbijstandverzekering | Verzekert de kosten van juridische hulp bij een meningsverschil met leveranciers, klanten of werknemers. |
Rechtshandelingen | Wat je volgens de wet doet of moet doen. |
Rechtspersoon | Organisatie die dezelfde juridische rechten en plichten heeft als een persoon. Bijvoorbeeld bv of stichting. |
Rechtsvorm | Juridische vorm van een onderneming. Zo zit het bedrijf volgens de wet in elkaar. Bijvoorbeeld eenmanszaak. |
Registreren | Aanmelden/inschrijven. |
S
SBI-code | Geeft de bedrijfsactiviteit aan. Als je je inschrijft bij KVK krijg je een of meer SBI-codes. |
Schenkkring (broodfonds) | Een groep ondernemers die elkaar kent en vertrouwt. Zij helpen elkaar aan inkomen bij ziekte of ongeluk. |
Schijnzelfstandigheid | Opdracht aannemen als ondernemer als je volgens de Belastingdienst eigenlijk in loondienst bent. |
Sociaal ondernemen (duurzaam ondernemen) | Met je bedrijf het goede doen voor mens, dier en milieu. |
Start-up | Pas gestart, vernieuwend bedrijf dat snel groot en belangrijk wil worden. |
Stichting | Organisatie met een goed doel. Zoals mensen laten sporten of de natuur beschermen. Wat de stichting verdient moet naar dit goede doel gaan. |
Strategie | Wat je de komende jaren gaat doen met je bedrijf , waarom je dat wil en hoe je dat aanpakt. |
Subsidie | Geld van de overheid om bedrijven te steunen. |
T
Tarief | Prijs die je vraagt voor je dienst. |
U
UBO-register | Register van KVK. In het UBO-register staat wie veel invloed in een organisatie hebben, als het gaat om geldzaken of het nemen van beslissingen. Je moet UBO’s inschrijven in het UBO-register als je bijvoorbeeld een vof, bv of stichting begint. Bij een eenmanszaak hoeft dat niet. |
Uittreksel | Bewijs van de inschrijving van je bedrijf bij KVK. |
Urencriterium | Aantal uren dat je voor je bedrijf moet werken om korting te krijgen op de belasting die je moet betalen. |
V
Vennootschap onder firma (vof)
| Twee of meer ondernemers werken samen onder een bedrijfsvorm en onder dezelfde naam. |
Verdienmodel
| Hoe je geld verdient. Bijvoorbeeld verkoop, uur-factuur, verhuur, abonnement. |
Vergunning
| Toestemming voor wat je wilt doen van bijvoorbeeld de gemeente. |
Verkoopprijs
| De prijs die de klant betaalt. Kostprijs plus marge en btw. |
Voorbelasting
| Btw die je betaalt over spullen die je inkoopt voor je bedrijf. |
Voorraad
| Producten in je bedrijf die je bewaart totdat je ze verkoopt. |
W
Waarborg | Zekerheid/garantie. |
Werkgever | Bedrijf of organisatie met mensen in loondienst. |
Werkkapitaal | Geld dat een bedrijf nodig heeft om kosten als voorraad en personeel te betalen. |
Werknemer | Persoon die in loondienst is bij een bedrijf. |
Winst | Geld dat je overhoudt nadat je alle kosten hebt betaald. |
Z
Zakelijke bankrekening | Een bankrekening voor je bedrijf. Alles wat je koopt of verkoopt voor je bedrijf doe je via deze rekening. |
Zelfstandige | Ondernemer. |
Zzp'er | Ondernemer zonder personeel. Doet losse klussen.Ondernemer zonder personeel. Doet losse klussen. Ook wel freelancer genoemd. |