Wat je moet weten voordat je gaat investeren

Bij ondernemen hoort investeren. Je investeert tijd, inzet en geld. Zo geef je invulling aan je ambitie. Een investering is pas interessant als die geld oplevert. Maar aan investeren zitten ook risico's vast. Wil je een investering doen? Weeg dan financiële en niet-financiële zaken tegen elkaar af. En houd ook rekening met de recente prijsstijgingen van bijvoorbeeld energie en grondstoffen. Zo beslis je of je wel of niet gaat investeren.

Maak een financieel plan, bereken de terugverdientijd van je investering en onderzoek welke middelen en regelingen je kunt inzetten. Neem op basis daarvan een beslissing.

Waarom investeren?

Redenen voor investeren verschillen van groei, innovatie en verduurzaming tot digitalisering. Of je wilt je bedrijf bij de tijd houden via regulier onderhoud. Bijvoorbeeld omdat je het bedrijf in de toekomst wilt verkopen. Dit artikel richt zich op de financiële keuze om wel of niet in je bedrijf te investeren. Kort komen ook niet-financiële aspecten die je investeringsbeslissing beïnvloeden aan bod. Bijvoorbeeld gevolgen voor je personeel, bedrijfsvoering of verduurzaming.

Je investering terugverdienen

Voordat je gaat investeren, wil je weten wat de terugverdientijd is. En wat de investering oplevert. Ook wil je weten welk financieel risico er aan de investering zit. Een financieel plan geeft je dit inzicht.

Terugverdientijd

De terugverdientijd is de tijd die het duurt voordat je een investering terugverdient. Je berekent de terugverdientijd van een investering relatief eenvoudig. De berekening zegt iets over het risico dat je loopt in de tijd, maar niets over het rendement. Zijn je opbrengsten gelijk aan het investeringsbedrag? Dan is de investering terugverdiend. Dit heet ook wel break-even punt. Hoe korter deze periode, hoe aantrekkelijker de investering. Na het break-even punt ga je verdienen op je investering.

Voorbeelden

Je investeert 5.000 euro in zonnepanelen. Je jaarlijkse energiebesparing is 500 euro. Dan is je terugverdientijd: 5.000/500 = 10 jaar.

Je investeert 30.000 euro in een nieuwe productiemachine. De jaarlijkse extra omzet is 15.000 euro. De terugverdientijd is dan 30.000/15.000=2 jaar.

Financieel plan

In een financieel plan werk je de investering uit in begrotingen. Reken een gemiddeld, gunstig en ongunstig scenario uit. Dat geeft extra inzicht in de gevolgen van je investering. Gebruik je externe financiering? Houd dan rekening met financieringskosten. Ook zie je in een financieel plan hoe de omzet zich ontwikkelt in relatie tot de kosten.

In de investeringsbegroting laat je zien waarin je investeert en welk bedrag. In de financieringsbegroting geef je aan hoe je de investering betaalt.

In de exploitatiebegroting laat je zien welke omzet je na de investering verwacht. En welke kosten daarbij horen. Je ziet dan of je winst of verlies verwacht.

In de liquiditeitsbegroting staat wat je inkomsten en uitgaven zijn in een maand of kwartaal. Je ziet het effect van de investering op geldstromen. Er komt extra omzet binnen aan de inkomstenkant. Aan de uitgavenkant zie je rentekosten en aflossing.

Prijsstijgingen en energiecrisis

Prijsstijgingen raken ook Nederland. De gevolgen van hoge energieprijzen, hogere inkoopkosten en inflatie zijn duidelijk merkbaar in de bedrijfsvoering. De koopkracht staat onder druk. Vanwege de hogere kosten zal de kostprijs en daarmee de verkoopprijs van je product stijgen. Maak daarom regelmatig een tussentijdse kostprijs en verkoopprijsberekening.

Onderzoek ook hoe je kunt besparen op de hoge gasprijzen. Heb je financiering nodig voor je investering in verduurzaming? Dan kan de overheid via de BMKB-groen regeling garant staan.

Afschrijven

Investeer je in een bedrijfsmiddel? Dan mag je de kosten niet in één keer van de winst in het aanschafjaar aftrekken. Over een bedrijfsmiddel moet je afschrijven. Voorbeelden van bedrijfsmiddelen zijn: gebouwen, machine's, auto's of inventaris. Er zijn ook immaterieel bedrijfsmiddelen, zoals een vergunning. 

Een bedrijfsmiddel gaat een aantal jaren mee. Daarom moet je over dit bedrijfsmiddel afschrijven. Dan verspreid je de kosten over het aantal jaren dat je het bedrijfsmiddel gebruikt. Elk jaar trek je een deel van de kosten van de winst in dat jaar af. Zijn de kosten voor de aanschaf van het bedrijfsmiddel minder dan 450 euro? Dan mag je deze kosten wel in één keer van de winst aftrekken in het jaar dat je het bedrijfsmiddel hebt gekocht.

De Belastingdienst legt uit hoe je het bedrag berekent dat je mag afschrijven.

Belastingaftrek en subsidie

Ga na of je voor de investering belastingaftrek of subsidie kunt gebruiken. Daarmee krijg je een deel van je investeringsbedrag terug.

Belastingaftrek

Als je investeert in bedrijfsmiddelen, kom je mogelijk in aanmerking voor:

Subsidie

Een subsidie verlaagt de behoefte aan financiering uit eigen middelen of met extern geld. Zoek in dit overzicht of er een subsidie voor jou is. Er zijn ook speciale subsidies om je pand, product en vervoer te verduurzamen.

Leasing inzetten

Bij leasing steunt een leasemaatschappij je financieel voor het bedrijfsmiddel. Je hoeft dan niet zelf te investeren, maar betaalt een maandelijks bedrag voor het gebruik. Zo is je eigen geld en leencapaciteit voor andere doelen beschikbaar. Bijvoorbeeld als werkkapitaal. Onderzoek wat voor jou handig is: bedrijfsmiddelen leasen of kopen.

Financiering

Als je gaat investeren, heb je misschien externe financiering nodig. Kijk met de ogen van een financier naar je investering en selecteer de meeste passende financieringsvorm. Zelfs als je professionele hulp inschakelt bij de voorbereiding, kan een financier je aanvraag afwijzen. Dan moet je op zoek naar alternatieve financiers of eerst een buffer opbouwen. Dan kun je vanuit een betere financiële positie opnieuw financiering aanvragen.

Niet-financiële factoren

Ook niet-financiële factoren wegen mee in je beslissing of je wel of niet gaat investeren. Bijvoorbeeld het effect van een investering op je personeel, bedrijfsvoering en duurzaamheid.

Personeel

Investeringen in nieuwe machines kunnen ervoor zorgen dat je medewerkers meer produceren. De machine kan ook leiden tot meer werkplezier en een lager ziekteverzuim. Misschien heb je minder mensen nodig of heb je juist meer mensen nodig om extra machines te bedienen.

Bedrijfsvoering

Investeringen in apparatuur, inventaris, digitalisering van je bedrijfsproces of een duurzaam verbouwd bedrijfspand of kantoor dragen bij aan een effectievere en efficiëntere bedrijfsvoering.

Duurzaamheid

Je investeringen dragen misschien ook bij aan je doel om duurzaam te ondernemen. Door bijvoorbeeld je pand duurzaam te maken, verklein je niet alleen je impact op het milieu, maak gaan ook je energiekosten omlaag. Verduurzamen en daar actief over communiceren, kan daarnaast gunstig zijn voor het imago van je bedrijf.

Risico inschatten

Je weet vooraf niet zeker of je door je investering het gewenste doel gaat halen. Denk bij risico’s aan lagere productie, een lagere verkoopprijs of een tegenvallende terugverdientijd. Ook externe factoren vormen een risico. Economische ontwikkelingen zoals een recessie of crisis kunnen een negatieve invloed hebben. Of veranderende wet- en regelgeving dwingt je om je bedrijf aan te passen. Denk aan het verbod op gebruik van wegwerpplastic of verplichte energiebesparende maatregelen. Ook ontwikkelingen in je branche, zoals onverwachte extra concurrentie, zorgen misschien voor een slechter investeringsresultaat. Veranderingen in de fysieke omgeving van je bedrijf zoals bouwactiviteiten of een aanpassing van het bestemmingsplan vormen ook een risico.

Conclusie

Investeren is interessant als het je geld oplevert. En als de terugverdientijd en de rentekosten bij je passen. Dat geldt zeker in tijden van prijsstijgingen en toenemende inflatie. Met een belastingaftrek of subsidie krijg je een deel van je investeringsbedrag terug. Dat verlaagt je financieringsbehoefte. Als ook niet-financiële factoren een positief effect hebben, is investeren een goede optie.

Is de financiële haalbaarheid onzeker? En is er geen aantrekkelijke belastingaftrek of subsidie? Dan zit er meer risico aan je investering. Zijn de financieringskosten hoog en de niet-financiële effecten beperkt, dan is investeren minder logisch.

Je beslist uiteindelijk zelf of je investeert en of je het risico aanvaardbaar vindt. Investeren blijft, net als ondernemen, risico nemen.