Slim rekenen met solvabiliteit
- Gé Sletterink
- Achtergrond
- Bijgewerkt 6 juni 2024
- 3 min
- Runnen en groeien
- Geldzaken
Solvabiliteit is een rekenformule waarmee je de financiële gezondheid van je onderneming meet. Het getal geeft aan of je op de lange termijn aan je betalingsverplichtingen kunt voldoen. Een hoge solvabiliteit is gunstig voor je leveranciers en financiers. Ontdek de waarde van solvabiliteit en hoe je die verbetert.
Zoek je financiering voor je bedrijf?
Bel met experts via de hulplijn 088 585 11 11 of gebruik informatie uit de FinancieringsGids
Buffervermogen
Solvabiliteit of solvabiliteitsratio is de verhouding van je eigen vermogen ten opzichte van het totale vermogen. Deze verhouding geeft aan of je onderneming schulden op lange termijn kan voldoen. Het heet ook wel buffervermogen.
Het eigen vermogen is het verschil tussen de bezittingen en schulden van je bedrijf. Het totale vermogen bestaat uit eigen vermogen en vreemd vermogen. Vreemd vermogen is geld dat je bedrijf geleend heeft.
Weerbaarheid
Solvabiliteit of solvabiliteitsratio geeft je inzicht in de weerbaarheid van je bedrijf. Hoe groter de solvabiliteit, des te sterker sta je financieel in je schoenen. Je bent minder afhankelijk van externe geldschieters want je eigen bedrijf betaalt voor een groot deel de investeringen. Wanneer het fout gaat, is de opbrengst uit verkoop van je bezittingen voldoende om je schuldeisers te betalen.
Voldoende solvabiliteit biedt zakenpartners zoals leveranciers meer zekerheid. Het laat zien dat je hen kunt betalen. Ook als je financiering nodig hebt is je solvabiliteitsratio belangrijk. Een hogere solvabiliteit betekent dat de financier minder risico loopt en voor jou een gunstiger rente.
Solvabiliteit berekenen
Zo bereken je de solvabiliteit of de solvabiliteitsratio van je bedrijf:
Deel het eigen vermogen door het totaal vermogen. De uitkomst doe je keer 100%. Dan krijg je de solvabiliteit.
Het eigen vermogen is bezittingen (activa) min schulden (passiva). Vaste activa zijn bezittingen die langer dan een jaar in je bedrijf aanwezig zijn zoals inventaris en vastgoed. Vlottende activa zijn bezittingen die korter dan een jaar in je bedrijf aanwezig zijn zoals voorraad en geld dat je tegoed hebt van klanten.
Passiva zijn uitstaande schulden waarmee je bezittingen zijn gefinancierd. Passiva bestaan uit ingebracht eigen vermogen (eigen geld en middelen), lang vreemd vermogen en kort vreemd vermogen (geld van derden). Bij lang vermogen is de looptijd langer dan een jaar. Bij kort vermogen is de looptijd korter dan een jaar. Reserves vallen onder het eigen vermogen. Voorzieningen vallen onder het vreemde vermogen.
Balans en winst- en verliesrekening
Uit de balans in je jaarrekening haal je de bedragen van je eigen vermogen en het totale vermogen. De balans vormt samen met je winst- en verliesrekening de jaarrekening. De balans is een momentopname van bezittingen, schulden en het eigen vermogen van je onderneming. Het is een momentopname omdat de balans dagelijks verandert: een debiteur betaalt, je koopt goederen in of betaalt belasting.
Gebruik je administratie en krijg één keer per maand inzicht in je tussentijdse balans en verlies- en winstrekening. Bereken dan je solvabiliteit en beoordeel de toe- of afname.
Rekenvoorbeeld solvabiliteit
Als je eigen vermogen 50.000 euro is en het totale bedrijfsvermogen is 150.000 euro, dan is je solvabiliteit 50.000 gedeeld door 150.000. De uitkomst daarvan doe je keer 100%. Hieruit komt een solvabiliteit van 33%.
Normen voor solvabiliteit
Wat is een goede solvabiliteit? Financiers vinden dat een solvabiliteitspercentage tussen de 25 en 40 moet liggen. Naast solvabiliteit geven andere berekeningen of samen een beeld van de financiële situatie van je onderneming. Zoals liquiditeit en rentabiliteit. Liquiditeit geeft aan of je op korte termijn je betalingsverplichtingen kunt nakomen. Rentabiliteit geeft aan hoe winstgevend je bedrijf is ten opzichte van het bedrijfskapitaal.
Elk bedrijf en branche heeft eigen kenmerken die het financiële beeld beïnvloeden. Veel kasgeld heeft een positief effect. Verkoopt je voorraad lastig, dan heeft dat een negatief effect. Voor financiers is een hoge solvabiliteit gunstig. De kans dat je de financiering kunt terugbetalen is dan groter. De norm voor solvabiliteit die financiers gebruiken, verschilt per branche, per soort bedrijf en per financier. In de KVK Gids voor bedrijfsfinanciering vind je meer over berekeningen of ratio’s en hoe financiers die gebruiken.
Verbetertips
Verbeter je solvabiliteit met verschillende acties. Een financieel adviseur kan hierin meedenken en kijkt naar je specifieke situatie.
- Laat je klanten sneller betalen. Minder openstaande facturen betekent meer geld op je rekening. Je hoeft dan minder geld te lenen voor werkkapitaal. Het vreemd vermogen op je balans daalt en je solvabiliteitsratio stijgt.
- Overweeg factoring. Voorfinanciering van facturen verlaagt het aantal dagen en het bedrag dat aan debiteuren open staat.
- Optimaliseer je . In voorraad zit geld dat je niet kunt gebruiken tot de goederen verkocht zijn. Hoe minder voorraad, hoe lager je totale vermogen. Een lager totaal vermogen bij hetzelfde eigen vermogen betekent een hogere solvabiliteit.
- Vraag om korting bij je leverancier als je snel betaalt. Zo haal je een hoger rendement op overtollig kasgeld.
- Keer minder winst (dividend) uit. Houd de winst in je bedrijf en voeg hem toe aan de algemene reserves. Zo vergroot je het eigen vermogen.
- Vergroot je winst. Extra winst betekent meer eigen vermogen. Vergroot je inkomsten of bespaar voor een hogere winst. Kijk kritisch naar je in-en verkoopprijzen.
- Overweeg sale en leaseback. Sommige bezittingen zoals machines kun je verkopen en terug . Als dit voor boekwinst zorgt, stijgt je eigen vermogen. En je ontvangt geld waarmee je schulden kunt aflossen.
- Investeer eigen geld in je bedrijf. Bij een eenmanszaak, vennootschap onder firma (vof) of commanditaire vennootschap (cv), kun je privégeld in je bedrijf steken. Zo vergroot je je eigen vermogen. Bij een besloten vennootschap (bv) koop je aandelen in je eigen onderneming of je verstrekt een lening. Deze lening kun je achterstellen ten opzichte van een schuldeiser zoals een bank. De bank gaat bij verrekening van schulden vóór op de lening van de directeur-grootaandeelhouder (dga).