Moeilijke woorden die je tegenkomt bij bedrijfsfinanciering
- KVK Redactie
- De basis
- 14 november 2024
- 12 min
- Runnen en groeien
- Geldzaken
Bij het zoeken naar een financiering voor je bedrijf kom je soms financiële termen of andere moeilijke woorden tegen. In dit overzicht leggen we je de termen uit. Woorden die in schuine letters (cursief) in de uitleg staan, worden zelf in het overzicht ook uitgelegd.
A
Aandeel |
Bewijs van eigendom van een deel van de onderneming. |
Aandelenkapitaal |
Het bedrag waarvoor een onderneming aandelen heeft |
Accountant |
Financiële specialist die boekhoudingen controleert, |
Achterstelling, achtergestelde lening |
Een lening met een lagere rang dan andere leningen. Wordt |
Actief, activa |
De bezittingen van een bedrijf. Je vindt de activa op de |
Aflossen |
Het terugbetalen van (een deel van) een lening of schuld. |
Afschrijven |
Boekhoudkundige waardevermindering van een bezitting |
Afzet |
De verkochte hoeveelheid goederen of diensten in een |
Alternatieve financiering |
Bedrijfsfinanciering waarbij niet via de bank maar via een |
B
Balans |
Momentopname van de bezittingen, schulden en het eigen |
Bancaire financiering |
bedrijfsfinanciering via een bank, bijvoorbeeld een zakelijke |
Bankgarantie |
Bij een bankgarantie staat een bank garant om namens de |
Bedrijfsmiddelen |
Bedrijfsmiddelen zijn middelen met een aanschafwaarde |
Begroting |
Een schatting van inkomsten en uitgaven in een bepaalde |
Belastingadviseur, fiscalist |
Specialist op het gebied van belastingen. Adviseert en |
Betaaltermijn |
Het aantal dagen waarbinnen een factuur betaald moet |
BKR |
Stichting BKR (Bureau Krediet Registratie) registreert |
BMKB |
Borgstelling MKB-kredieten. Garantstelling van de |
Boekhouder |
Controleert boekhoudingen, stelt jaarrekeningen op |
Boekhouding |
De financiële administratie van een bedrijf. |
Boekwaarde |
De waarde van bezittingen op een bepaald moment. |
Borg, borgtocht |
Het door een natuurlijk- of rechtspersoon (de borg) |
Bruto winst |
Omzet minus kosten. |
Btw |
zie omzetbelasting |
Bullet lening |
Een aflossingsvrije zakelijke lening die aan het einde van |
C
Cashflow, |
De inkomsten min de uitgaven over een bepaalde periode. Dit kan een |
Cofinanciering |
Financiering waarbij een andere partij ook meefinanciert. |
Credit |
De rechterzijde van een balans, schulden van de onderneming. |
Crediteuren |
Leveranciers aan wie je nog moet betalen. |
Crowdfunding |
Geld ophalen bij het grote publiek. |
Current ratio |
Boekhoudkundige term voor vlottende activa gedeeld door het kort |
D
Debet |
De linkerzijde van de balans, bezittingen van de onderneming. |
Debiteuren |
Klanten van wie je nog geld moet ontvangen |
Debiteurenfinanciering |
Een vorm van financiering waarbij een bedrijf de openstaande |
Declarabele uren |
Uren die je bij je klanten in rekening kunt brengen. |
Directe kosten |
Kosten die direct toegewezen kunnen worden aan de activiteiten |
Dividend |
Uitbetaling van gerealiseerde winsten aan de houders |
E
EBIT |
'Earnings Before Interest and Tax'. De operationele winst. Dit is het |
EBITDA |
'Earnings Before Interest and Tax, Depreciation and Amortization'. De |
Eigen vermogen |
Het geld dat eigenaren in het bedrijf hebben zitten. Het eigen vermogen |
F
Factoring |
Veelvoorkomende vorm van debiteurenfinanciering. Bij |
Failliet, failissement |
Een bedrijf is failliet als er niet meer genoeg geld is om aan de |
Financiële vaste activa |
Dit zijn deelnemingen in andere ondernemingen, aandelen of |
Financiering |
Het beschikbaar stellen van geld om de plannen te realiseren. |
Financieringsbehoefte |
Het bedrag dat je nodig hebt om de plannen te realiseren. |
Financieringslasten |
Rente, kosten en aflossing van een financiering bij elkaar opgeteld. |
G
GO |
Garantie Ondernemingsfinanciering. Banken kunnen met deze regeling een |
Goodwill |
Het verschil tussen de marktwaarde van een gekochte onderneming en de |
H
Herfinancieren |
Herfinancieren is het afsluiten van een lening om één of meerdere al |
Hypotheek, hypothecaire lening |
Lening voor een huis of bedrijfspand, met de woning of het bedrijfspand |
I
Immateriële vaste activa |
Niet tastbare activa die je gebruikt om de activiteiten te |
Indirecte kosten |
Kosten die niet direct toegewezen kunnen worden aan de |
Inkomstenbelasting |
De belasting die een natuurlijk persoon betaalt over het |
Inventaris |
Bedrijfsmiddelen die worden gebruikt om jouw bedrijf te |
Investeren |
Het kopen van vaste activa (bijvoorbeeld machines, pand) voor |
K
Kortetermijn-schuld, |
Leningen en schulden met een looptijd korter dan een jaar. |
Kosten |
De waarde van wat je verbruikt om goederen te produceren of We spreken van uitgaven als er geld uit je onderneming gaat. |
L
Langetermijn-schuld, |
Leningen en schulden met een looptijd van meer dan één jaar. |
Lease |
Een financieringsvorm waarbij de leasemaatschappij het |
Lening |
Een bedrag dat door een financier wordt verstrekt, met de |
Leverancierskrediet |
Een kortlopende lening waarbij de leverancier goederen of |
Liquide middelen |
Het bedrag op de bankrekeningen en in de kas. |
Liquiditeit |
Hoe goed een onderneming in staat is om de lopende |
M
Marge |
Verkoopprijs minus inkoopprijs. Om tot de winst te komen moeten |
Materiële vaste activa |
Grond en gebouwen, machines en apparatuur, inventaris, met een |
N
Netto winst |
Bruto winst minus bedrijfskosten. Beschikbaar voor de eigenaren van |
O
Obligatielening |
Door een bedrijf uitgeschreven lening, waarbij het totaal- |
Omzet |
Het totaalbedrag van de verkopen in een bepaalde periode. |
Omzetbelasting |
Ook wel btw (belasting over toegevoegde waarde). Belasting die |
Onderhandse lening |
Een lening waarbij iemand geld leent van familie of bekenden, |
Onderpand |
Iets van waarde dat als zekerheid dient voor de financier. Als |
Overbruggingskrediet |
Zakelijke lening om een korte periode van financiële krapte |
P
Participatie |
Risicodragend kapitaal in de vorm van aandelen. |
Passief, passiva |
De schulden en het eigen vermogen van een bedrijf. Je vindt de |
Pitch |
Korte presentatie van jezelf, je product of dienst of je bedrijf |
Preferente aandelen |
Aandelen met een vast rendement en in sommige gevallen |
Q
Quick ratio |
Boekhoudkundige term voor (vlottende |
R
Rekening-courantkrediet |
Een bedrag dat je op een bankrekening ‘rood’ mag staan. Er |
Rentabiliteit |
(Nettowinst gedeeld door het geïnvesteerd vermogen) x 100%. |
Rente |
Vergoeding voor de verstrekkers van vreemd vermogen. |
Reserves |
Onderdeel van het eigen vermogen van een onderneming. |
Risicokapitaal |
Financiering die verstrekt wordt in ruil voor een belang in de |
S
Solvabiliteit |
Boekhoudkundige term voor de mate waarin een bedrijf in |
Stapelfinanciering |
Bedrijfsfinanciering waarbij meerdere zakelijke |
U
Uitgaven |
Betalingen die je bedrijf doet. We spreken van kosten op het moment dat er een winst |
V
Variabele kosten |
Kosten die meebewegen met de geproduceerde hoeveel- |
Vaste activa |
zie bedrijfsmiddelen |
Vaste kosten |
Kosten die niet (of slechts in hele grote stappen) variëren |
Vennootschapsbelasting |
De belasting die een rechtspersoon (bijvoorbeeld een bv) |
Vlottende activa |
Vlottende activa zijn bezittingen in jouw onderneming die |
Vlottende passiva |
Kortlopende schulden. Op de balans staan deze aan de |
Voorbelasting, voorheffing |
De btw die je hebt betaalt op zakelijke kosten en uitgaven. |
Voorraad |
De voorraad bestaat uit de goederen die nodig zijn om |
Voorziening |
Voorzieningen worden opgenomen onder de passiva |
Vreemd vermogen |
Het geld in de onderneming dat niet van de onderneming |
W
Werkkapitaal |
Boekhoudkundige term voor het verschil tussen de vlottende activa |
Winst- en |
Overzicht van opbrengsten en kosten van een onderneming in een |
Z
Zekerheden |
zie onderpand |
Hulp bij bedrijfsfinanciering
De FinancieringsGids wijst je de weg in financieringsland. Heb je na het lezen van de informatie nog vragen? Bel de hulplijn op 088 585 11 11 of vraag een expert.