Financieringsbegroting

In de financieringsbegroting geef je aan hoe je bedrijfsmiddelen en andere investeringen financiert. Met welk geld ga je alles betalen? Dit kan met eigen geld of vreemd vermogen of een combinatie van beide. Met de volgende drie stappen kom je tot een financieringsbegroting.

Zoek je financiering voor je bedrijf?

Bel met experts via de hulplijn 088 585 11 11 of gebruik informatie uit de FinancieringsGids

Naar de FinancieringsGids

Voordat je aan de financieringsbegroting begint, maak je eerst een investeringsbegroting. Daarin staan alle uitgaven voor bedrijfsmiddelen op een rij. Zo weet je hoeveel geld je nodig hebt. Het berekende totaalbedrag gebruik je in je financieringsbegroting. Hierin maak je duidelijk hoe je het geld voor bedrijfsmiddelen en investeringen bij elkaar gaat krijgen. Wat heb je zelf aan geld en wat moet je ergens anders vandaan halen.

Financieringsbegroting in drie stappen

1. Eigen vermogen

Reken eerst uit welk bedrag je zelf in je bedrijf kunt steken, zoals spaargeld. Maar het kunnen ook bedrijfsmiddelen zijn die je al in eigendom hebt. Bijvoorbeeld een bedrijfsauto of een computer. Stel de waarde vast en tel die op bij je inbreng in geld. Samen is dat het eigen vermogen van je bedrijf. Bij een financieringsaanvraag tellen ook de achtergestelde leningen mee als eigen vermogen. Een achtergestelde lening is bijvoorbeeld een lening van familie of vrienden.

Let op: Start je met meerdere ondernemers een vennootschap onder firma (vof)? Dan tel je per vennoot het bedrag op dat ieder zelf in het bedrijf steekt. Bij een besloten vennootschap (bv) is de inleg van alle aandeelhouders het eigen vermogen.

2. Vreemd vermogen of schulden vaststellen

Stel de hoogte van het vreemd vermogen vast. Alles wat je niet zelf hebt, moet je ergens anders vandaan halen. Vreemd vermogen is het geld dat je van zakelijke partijen leent. Bijvoorbeeld van leveranciers of banken.

Vreemd vermogen is een schuld. Je hebt kortlopende schulden en langlopende schulden. De grens tussen deze twee ligt bij een jaar. Kortlopende schulden zijn bijvoorbeeld leverancierskrediet, rekening-courantkrediet en belastingen die je moet betalen. Langlopende schulden zijn bijvoorbeeld een lening voor de inventaris of een hypotheek.

3. Solvabiliteit

Bereken de solvabiliteit. Solvabiliteit is de verhouding van je eigen vermogen ten opzichte van het totaal vermogen dat je nodig hebt voor je bedrijf. Dus, hoeveel vermogen heb je zelf al en hoeveel heb je in totaal nodig? Zo maak je duidelijk in welke mate je bedrijf schulden op lange termijn kan betalen.

Een financier eist dat een startende ondernemer ook eigen vermogen inbrengt. Meestal is dat minstens 30%. In bepaalde branches zoals horeca kan dat oplopen tot 50%. Bij een goed doordacht plan maakt een financier soms een uitzondering en financiert 100%. Dan is eigen vermogen niet nodig.

Voorbeeld financieringsbegroting

OnderdeelBedragen in euro'sBedragen in euro's
Spaargeld8.000 
Achtergestelde lening van familie7.000 
Inbreng eigen auto10.000 
Eigen vermogen 25.000
 
Rekening courant5.000 
Leverancierskrediet2.000 
Vreemd vermogen lang 7.000
 
Lening bank15.000 
Vreemd vermogen lang 15.000
 
TOTAAL 47.000

De solvabiliteit bereken je door het eigen vermogen te delen door het totaal vermogen. De uitkomst doe je keer 100%. In dit voorbeeld is dat (25.000 : 47.000) x 100% = 53,2%

Financieel plan maken: investerings- en financieringsbegroting

Schakel hulp in

Wil je hulp bij het maken van je financieringsbegroting? Schakel een boekhouder of accountant in via NOAB of NBA.